Het vuurtoren schipwrak.

17 juli 2015 - Malapascua Island, Filipijnen

Na twee nachten in Cebu City hadden we schoon genoeg van de stad en vertrokken s' ochtends vroeg richting Maya om daar met een bootje naar Malapascua eiland te gaan.

De busrit duurde weer 2 uur langer dan gepland en er zaten dit keer ook geen ramen in de bus, want die zijn toch overbodig. 
Toen we in Maya aankwamen lag er al een klein visserbootje met meerdere passagiers te wachten op de bussen. De golven waren vrij hoog waardoor het ongeveer 3 kwartier duurde voordat we op het eiland aankwamen. Het kostte het kleine vissersbootje duidelijk moeite om ons door door ruwe zee te vervoeren. 
Op het strand werden we meteen omringd door vertegenwoordigers van duikscholen, snorkelbootjes en hotels, en na ze vriendelijk te hebben afgewezen wilden ze ons nog steeds wel de weg naar ons hotel wijzen. 
Onze hotelkamer was prachtig ; een groot tweepersoonsbed, een koelkast en zelfs een aparte wc en douche. 
Vies en bezweet van de lange reis trokken we snel de zwemkleding aan en gingen richting het strand.
Het water was heel laag, we moesten dan ook een flink stuk lopen voordat we eindelijk konden zwemmen. Ook de snorkels hadden we meegenomen en dus opzoek naar nemo. Het duurde niet lang voordat we nemo en z'n vriendjes in de anemonen hadden gevonden. We zagen gekleurde visjes, krabben en vooral heel veel zeeegels.
Na de verfrissende duik begonnen we honger te krijgen en vroegen de locals om advies. Ze adviseerden allemaal hetzelfde: Ging Ging. Goedkoop en heerlijk eten; cocktails voor 1 euro en super lekkere noodles voor 1,50. 
S' avonds kochten we een paar flessen bier en keken we naar de ongelooflijke hoeveelheid sterren vanaf het strand.
De volgende ochtend na een lekker ontbijtje pakten we de snorkels en gingen op zoek naar de vuurtoren, één van de snorkelgidsen had ons verteld dat er vlakbij de vuurtoren op zwemafstand een japans schipwrak lag waar je prachtig kon snorkelen.  
We waren al een heel eind van de kust gezwommen en net toen we dachten dat we het niet meer gingen vinden zagen we een een anker liggen en wat waarschijnlijk ooit de voorkant van de boot was. 
Het was een Japans schip dat tijdens de tweede wereld oorlog daar was gezonken tijdens de slag om het eiland. 
Het was een enorm schip en nog heel goed bewaard gebleven, er groeide wat koraal op en er zwommen een heleboel vissen. Het was best triest en een beetje eng om zo'n groot en verlaten schip op de bodem te zien liggen. Ik was heel bang dat er haaien zouden zijn of andere enge beesten, het deed me een beetje denken aan de kleine zeemeermin. 
Gelukkig was er niks aan de hand en zwommen we weer veilig terug naar het strand. 
Daar waren de lokale kinderen aan het spelen en salto's in de golven aan het maken. Ze vonden het leuk om zich uit te sloven voor ons en vooral toen wij ook met ze mee de golven in sprongen.
Na de lange wandeling en het vele  zwemmen was het tijd voor een middagdutje. 

Uitgerust en wel zijn we naar de andere kant van het eiland gelopen waar blijkbaar alle andere touristen zaten, een strandwandeling gemaakt en toen we honger kregen toch maar weer naar Ging Ging gelopen. 
Het was alweer onze laatste nacht op het eiland, het werd dus hoog tijd om te gaan bedenken waar we nu weer naartoe wilden.

Foto’s